Moois dat komen gaat.
De zondagochtend begint met rotti en iets van een pannenkoek. Het ziet er niet uit maar het smaakt meer dan prima (in ieder geval veel beter dan de 'prut' in Kenia). Na het ontbijt vertrekken we naar het dagopvang voor mijn eerste kennismaking met de gehandicapte kinderen en hun ouders. Ik schiet de nodige beelden maar ik merk aan mezelf dat ik erg moet wennen. Niet om wat de kinderen doen of niet doen maar veel kinderen lijken erg in zichzelf gekeerd en dat maakt 'contact' heel lastig. En juist dat contact is essentieel in mijn werk maar wie weet wat voor moois er nog komen gaat. Ik zit hier nog wel even dus we hebben alle tijd om aan elkaar te wennen. Die middag gaan we het dorp in om een hapje te eten met de 'managers' van het verblijf en bezoek ik een werkplaats waar de kinderen onder begeleiding kleding en tassen maken. Natuurlijk koop ik een tas en laat ik me een echt Bengaals kostuum aanmeten in de kleuren roze en rood. Als het goed is zijn ze volgende week klaar met mijn 'maatpak' en zo niet dan ga ik 't schip in voor vier euro. Het is ze gegund! Eenmaal buiten zijn wij westerlingen het gesprek van de straat en 'moet' ik bij elk winkeltje naar binnen. Het is echt vakwerk wat deze mensen maken en ik besluit bij een lief klein vrouwtje twee armbanden te laten maken (zilver handwerk voor nog geen drie euro). Bij terugkomst installeren we het zonnepaneel die ik heb meegenomen uit Nederland. Aangezien ze hier maar één uur stroom per dag hebben kunnen ze die goed gebruiken (gesponsord door: www.heerlijkduurzaam.nl).De rest van de middag doe ik even helemaal niets! Ik geef de hitte de schuld maar eigenlijk begint de scheur in mijn meniscus weer op te spelen :-( Ik heb weliswaar heel veel pijnstillers bij me maar die wil ik eigenlijk voor week twee bewaren.
Sinterklaas?
Zaterdagochtend staan we vroeg op om de bus naar Manikganj niet te missen. Het is zo'n twee uur rijden maar het lijkt, door het slakkentempo en de hoeveelheid stops, wel een eeuwigheid te duren. De rit is interessant en verdrietig tegelijk omdat achter de enorme hoeveelheid groen, de gekleurde kleding en de altijd lachende kinderen een hoop ellende en verdriet schuilt. Want door de immense overbevolking en regelmatig terugkerende natuurrampen zoals overstromingen en cyclonen is en blijft dit toch één van 's werelds armste landen. In Manikganj is mijn thuisbasis en vanuit hier zal ik de komende weken mijn reportages gaan maken. Onderweg stoppen we bij een weeshuis waar kinderen met een beperking spelenderwijs worden geholpen. Om de kinderen niet direct met mijzelf te confronteren observeer ik de boel eerste even van een kleine afstand maar al snel wordt ik gespot en omsingeld door tientallen kinderen die mij blijkbaar reuze interessant vinden. Na een korte kennismaking en de nodige beelden duik ik even bij de buren naar binnen om mijzelf te trakteren op echt Bengaals handwerk. Voor nog geen twee euro koop ik een prachtige tas. We moeten helaas verder maar ik beloof deze mensen zeker nog eens langs te komen voor meer van dat moois.
Niet veel later komen we aan in het weeshuis en brengen we mijn bagage naar mijn kamer. Helaas staat mijn kamer vol met koelkasten, autobanden en ander rommel en moet er dus eerst gewerkt worden. Een klein uurtje verder, en met veel hulp van de lokale bevolking, kan de ruimte prima door voor mijn slaapkamer. Een kamer voor mij helemaal alleen, het moet niet gekker worden! (alleen een beetje jammer van al die vliegende beesten maar die gaan later vandaag de onderkant van mijn slipper zeker nog wel tegenkomen :-) Veel tijd om van mijn luxe te genieten is er niet want deze middag moet ik een foto maken die gebruikt gaat worden om sponsoren in Nederland aan te trekken. Aangezien de kaart net voor sinterklaas op de mat zal vallen gaan we iets doen met het thema: schoen zetten. De schoenen gaan uit, het zweet loopt waar het gaan kan en ik schiet er lustig op los. (of het mijn flitser ligt weet ik niet maar Eveline (reisgenoot en Logopediste) krijgt spontaan een acute migraine en kotst de hele boel onder) gelukkig zijn ze hier wel wat gewend en is de smerigheid weg voordat je het door hebt. Aangezien ik Eveline deze avond niet meer ga zien ga ook ik maar naar mijn kamer. Ik rommel nog wat op mijn MacBook, luister nog even wat Natalie Merchant en besluit na een kleine ruzie met mijn (te kleine) klamboe lekker te gaan slapen. Welterusten!
Tukken en Tuk-Tuks
De eerste dag in Dhaka doen we rustig aan. Na een heerlijke douche gaan we inkopen doen voor de komende dagen. Boodschappen doen is hier al een heel avontuur op zich want óf het verkeer rijd dwars door de markt óf de markt staat gewoon op de rijbaan. Overral zie je riksja's zwabberen, knallen de tuk-tuks nog net niet op elkaar en scheuren de gekleurde bussen, met mensen op het dak, dwars door de modderige wegen. Maar goed, het voelt heerlijk vertrouwd al die ouwe rommel op wielen. Eenmaal terug gaat deze fotografe toch maar weer even plat met een goed boek erbij (Lonely Planet New Mexico) want de hitte, en dan met name de hoge luchtvochtigheid, hakt er goed in. Na een klein tukkie wordt ik opgehaald voor het avondeten bij mijn 'verse' vrienden en spring ik toch nog even onder het stromende water (wie weet hoelang ik ditmaal geen douche tegenkom). Na een kleine tocht komen we aan bij meneer de Orthopeed en zijn mooie Bengaalse vrouw en schuiven we direct aan tafel. Naast het vele werk wat zij verricht voor het Liliane Fonds kan ze ook heerlijk koken. Mijn eerste kennismaking met de Bengaalse keuken is dan ook echt super. Eten doen ze hier alleen met de rechterhand en dat heb ik nog niet echt onder de knie. Ik klaag natuurlijk niet want op deze manier heb ik meer tijd om van mijn spinazie met vis en ei te genieten :-) Rond een uurtje of negen slaat de vermoeidheid toe en ga ik naar mijn bedje. Overigens slapen we in een woning bestemd voor buitenlandse diplomaten omheind met dikke muren en op het binnenhof hang een enorme Bengaalse vlag. Helemaal leuk!
Just arrived!
Na een hele lange vlucht ben ik eindelijk aangekomen in Dhaka, Bangladesh. Ik heb onderweg heerlijk geslapen want ik had drie stoelen voor mijzelf en op de vlucht vanuit Dubai ben ik getrakteerd op een heuse sterrenhemel in het vliegtuig. Lekker fout maar wel heel leuk. Mijn eerste indruk doet me qua 'puinhoop' een beetje denken aan Thika, Kenia en qua 'groen' aan Maleisië. Op de airport van Dhaka wemelt 't er van de mensen en staan er lange rijen met volle karren en jankende kinderen. Eén voordeel; wij 'westerlingen' worden als ware prinsessen onthaalt en mogen via de VIP desk de menigte passeren. De eerste nacht brengen we door in een hostel in de stad. Het is niet echt veel soeps maar de drie stapelbedden in mijn kamer zijn onbemand dus dat is wel zo prettig. Ik douche wat, mail die en diegene en start net voor het slapen gaan mijn Twitter maar weer eens op. Morgen vertrekken we vroeg, na het ontbijt bij Bengaalse vrienden, richting de binnenlanden van Bangladesh dus wie weet wanneer ik weer eens wat van me laat horen. Toedeledoki!
Nog vier nachtjes slapen.
Donderdag is het dan eindelijk zover. Dan stap ik in het vliegtuig naar de andere kant van de wereld om daar midden in het 'niets' van Bangladesh aan mijn fotoreportage over de uitbuiting, mishandeling en verwaarlozing van kinderen met een verstandelijke beperking te beginnen. Net als in Kenia neemt de gezonde spanning toe maar is het wederom lastig te beoordelen waar ik nu weer terecht kom 'ik ga maar van het slechtste uit dan kan het alleen maar meevallen' Wel kijk ik nu al uit naar mijn aankomst in de hoofdstad Dhaka (met meer dan 10 miljoen inwoners één van 's werelds dichtbevolkte steden ter wereld). Overigens leven er in Bangladesh 141 miljoen mensen op een oppervlakte die slechts vier keer groter is dan Nederland dus dat wordt ouderwets zweten, knokken en klimmen :-)